dinsdag 25 januari 2011

Aldus naar waarheid opgemaakt

We zijn officieel veehouders geworden! Als je varkens hebt, moet je een UBN hebben. Een registratienummer van de overheid, zodat bekend is waar varkens worden gehouden. Wij vallen in de categorie "hobbyvarkenshouders". Dan mag je vier van die barreltjes hebben. Bij meer dan vier schijnt het geen hobby meer te zijn.... :-)

Een telefoontje en vier keer post van De Gezondheids-dienst voor Dieren later, hebben we ons UBN. Op het formulier teken je als "veehouder". Als klein meisje zei ik altijd al: "Als ik later groot ben, trouw ik met een boer". Nou, dat is wel gelukt, als je het begrip "boer" wat ruim neemt. En nu zijn we dankzij de varkentjes keuterboertjes geworden.

Rolf en Bertje zijn er niet van onder de indruk. Het gaat supergoed met ze. Ze groeien, grazen, wroeten, spelen, knuffelen, slapen, knorren en gillen als het eten niet op tijd komt.

zondag 16 januari 2011

Kennismaking met Puck, het varkensdrijvertje

Vandaag waren vrienden van ons met hun twee dochters en hun hondje Puck op visite bij Rolf en Bertje. De zon scheen uitbundig; er kon buiten geravot worden.


 


De beestjes waren nieuwsgierig naar elkaar en konden goed met elkaar opschieten. De meiden hadden snacktomaatjes en appel voor Rolf en Bertje, versnaperingen die slikvingerend naar binnen gewerkt werden. Eerst was het nog een beetje eng, want vooral Rolf is zo ontzettend enthousiast als het om eten gaat. Maar later hadden de dames het helemaal door. 

Voel jij ook de ogen in je rug priemen?

Varkens drijven
Puck ontpopte zich meteen als een echte varkensdrijver. Ze hield de kudde goed bij elkaar en ging af en toe plat op de grond liggen als een echte bordercollie. De meeste foto's laten niet meer zien dan een witte waas, zo snel en gedegen ging Puck te werk. Rolf en Bertje waren niet erg onder de indruk en vonden dat heen en weer rennen wel erg leuk!

Witte voetjes
Het heeft de afgelopen dagen veel geregend, en het varkensveldje is plaatselijk erg modderig. Puck was er niet op gekleed ... Ze heeft in ieder geval geen wit voetje gehaald!

Mamma.... mag ik kaplaarzen voor mijn verjaardag?




zaterdag 8 januari 2011

Zachtjes knuffelen

Een vriendin van ons zei: "Je moet ze een pluche beestje geven. Dat vinden ze leuk!" Ja hoor, die trekken ze natuurlijk aan flarden, dachten wij. Maar nee, volgens deze vriendin maken ze die niet zomaar kapot. Ze gaan ermee spelen. Wij proberen natuurlijk.

Beer mee naar bed
En inderdaad! Ze slepen de teddybeer van hot naar haar. Duwen hun neus erin en snuiven de lucht op. Af en toe proberen ze het dropneusje eraf te happen, maar dat lukt niet. We vinden hem steeds weer op een andere plek terug, en vaak zien we hem in de slaaphoek met één beentje of armpje boven het stro uit. Ze nemen de beer mee naar bed! En het bed opmaken doen ze heel vakkundig. Vooral als er een nieuw baaltje stro is.

Zijn het rugby- of tennistypes?
We geven ze ook een lekke, rubberen rugbybal en een tennisbal om mee te spelen. De rugbybal vinden ze leuk. Ze proberen de veter eruit te trekken, net als uit je schoenen, maar dat gaat natuurlijk niet: Die veter is nep; meegegoten in het rubber. Ze zetten toch steeds hun tanden er weer gretig in. Rugby past toch beter bij deze compacte spierbundeltjes.

Teddybeer overleden 
Dan.... op een winterse ochtend.... is het zover. Jan-Willem gaat de stal in om eten te geven en zijn eerste gedachte is: Heeft het gesneeuwd in de stal??? Overal witte dotten! Dan dringt het tot hem door: De teddybeer heeft het niet overleefd. Zijn binnenkant ligt verspreid over de hele stal. Het lege lijfje ligt in stukken tussen het stro. Een trieste aanblik, maar zo te zien hebben Rolf en Bertje zich wel lekker uitgeleefd! Geen half werk hoor, dat knuffelen.

vrijdag 7 januari 2011

Groeien we al???

Wat denk je zelf?! Tjemig, wat groeien die beesten! Rolf en Bertje zijn nog steeds gewend om op schoot te kruipen, maar als dat volle gewicht op zo'n klein hoefje op je bovenbeen drukt, dan hou je daar echt wel een blauwe plek aan over! Hoe leren we ze dat weer af? Heeft iemand tips? Kijk maar eens naar deze foto's. Kun je goed zien wat er in ruim twee maanden is gebeurd.



Geen wolvenlus, maar wolvenkus
Het is ook niet gek, want de jongens eten dat het een lieve lust is. Het is de kunst om ze niet vet te mesten, maar mollig te houden, zodat ze een gezond speklaagje hebben, maar ook beweeglijk blijven. Dan hebben ze een veel gevarieerder leventje en worden ze normaalgesproken ook ouder. Net als mensen! Rennen kunnen ze hoor. De honden van de buren (drie grote Alaska Malamuts - heel mooie veredelde wolven) kijken hun ogen uit als onze jongens een sprintje trekken, met de wind in de kop. Als Rolf en Bertje bij het hek staan, likken de honden aan hun neusjes. Is dat ware liefde, of een voorproefje?

Hebben de varkentjes al gegeten?
Jan-Willem en ik waren in het begin nog een beetje zoekende: Geef jij ze vandaag eten of ik? Moet jij vroeg de deur uit? Maar eh... hebben ze dan al gegeten of niet, als ik uit bed kom? Ben je vanavond vroeg thuis, of zal ik ze eten geven? Je kent het wel. Daarom hebben we een "systeempje" in het leven geroepen. Kijk maar naar de foto. Als je de deur uit gaat, zet je het varkentje op de goede plek. Als het varkentje op "honger" staat, moeten de mannen nog eten. Werkt perfect!


Bellen blazen
Als we de stal binnenkomen om eten te geven, gaat Bertje knorrend ijsberen, en Rolfje gaat met zijn voorpootjes over het schot heen hangen. Alsof hij aan de bar hangt en een biertje bestelt. Als het ietsje te lang duurt, gaat-ie enorm kwijlen en bellen blazen. Het water loopt hem letterlijk in de mond. Wat een aansteller, joh! We zoeken ons soms rot naar de voerbakken. Daar spelen de mannen ook mee, dus die kunnen zomaar onderin het stro-bed terecht komen.

Heb jij meer dan ik?
Al snel zijn we op twee voerbakken overgegaan. Als je maar één voerbak geeft, staan die twee voortdurend te strijden wie het lekkerste hapje te pakken krijgt. Niet echt relaxt. Met twee voerbakken krijg je ook een leuk ritueel: Rolf en Bertje beginnen zeer gulzig en smakkend te eten, elk uit een eigen bak. Bertje houdt van vloeibaar, dus die slobbert eerst zoveel mogelijk water/melk op. Rolf houdt van een "bite", dus die pikt in hoog tempo alle harde stukjes eruit.

Dan - alsof er een belletje gaat - ruilen de mannen van bak. Bertje slobbert verder en Rolf hapt verder. Dan beginnen ze te twijfelen: "Heb jij meer dan ik? Mag ik eens kijken?" Kleine Bertje neemt daar vaak het initiatief voor: Het spierbundeltje zet de grote Rolf resoluut aan de kant. Maar Rolf neemt ook Bertje wel eens op zijn neus. Ruilen dus weer. Dat herhaalt zich dan nog een paar keer tot het aller-allerlaatste snippertje eten is verdwenen. Dan begint het snuffelen en snuiven: Het kán namelijk zo zijn dat er een biksje of een druppeltje naast de bakken is gevallen door het onstuimige eten. Ook die restjes moeten vakkundig worden teruggevonden en verorberd. Alsof ze nooit iets krijgen!

maandag 3 januari 2011

Ain't no mountain high enough


Rolf laat zich van zijn beste (hongerige) kant zien


Dat schot in de stal is echt handig. Je kan je gang gaan met de staldeur open, zonder dat die varkentjes overal heen kunnen. Rolf heeft de gewoonte aangewend om tegen het schot aan te staan (en te springen) als hij echt duidelijk wil maken dat hij honger heeft. En dat heeft hij bijna altijd...

Sateh
Vandaag is mijn laatste vrije dag rondom kerst en oud en nieuw. Ik  maak de stal nog even schoon. Een heerlijk klusje vind ik dat: De speklapjes scharrelen lekker knorrend om je heen. Ik ga aan de slag met de kruiwagen en de riek. Oohh, wat lopen die jongens weer ontzettend in de weg. Weet je wat? Ik doe ze even buiten het schot. Dan kan ik hier met de riek het droge stro van het natte scheiden, zonder dat ik de riek per ongeluk in die lieve jongens prik. Ik heb dan toch liever kipsateh dan varkenssateh en ze gaan altijd precies op de verkeerde plek staan. 

Niet zo klein meer
Rolf is zeer ontevreden over deze gang van zaken, want hij wil eerst wat eten. Bertje denkt er waarschijnlijk hetzelfde over, maar die uit zich wat minder prominent. Rolf springt zwaar chagrijnig tegen het schot op (vanaf de buitenkant dus) en tot zijn schrik balanceert hij even met zijn vette buikje op het schot en dan glibbert hij over het schot heen! Ik weet niet wat ik zie. Het kleine biggetje is zo klein niet meer. We vonden zelf ook wel dat Rolf en Bertje gegroeid waren, maar hier hadden we toch nog geen rekening mee gehouden! Nou ja, het schot is toch maar een tijdelijke oplossing. Van het voorjaar gaat het eruit en wordt de stal helemaal stal. Ben benieuwd of Rolf deze hoogspringoefening nu vaker gaat doen. Vast wel...

Elfstedentocht voor varkens?

Op een mooie zonnige, maar koude dag laat JW de varkentjes even buiten. De verharde uitloop is door de ijzel spekglad. Rolf gaat enthousiast naar buiten en schrikt ergens van. Door de plotselinge beweging schieten zijn pootjes alle kanten komt hij met een zwieper op zijn zijtje terecht. Haha. Gelukkig heeft hij al een goed speklaagje en heeft hij zich zo te zien niet bezeerd. Schaatsen is moeilijk hoor.

Baggerdip
Een paar dagen later is Rolf helemaal zwart van de bagger aan de onderkant. Hoe kan dat nou? Ons weilandje is aan twee zijden afgebakend met een slootje. Tot nu toe gingen onze jongens wel de slootkant af, maar ze klauterden ook altijd weer omhoog. We zijn benieuwd of ze in de zomer op een warme dag de sloot in gaan! Er staat maar een heel klein laagje water, maar toch... We hielden voor de zomer al rekening met een schrikdraadplan. Voor nu - met die kou - maakten we ons nog geen zorgen.

Rolf is door het ijs gezakt
Een van onze neven roept: "Ik zie varkenssporen op het ijs!" Het spoor is overduidelijk: Varkensvoetstapjes in de lengte van de sloot. Dan een wak en een modderspoor terug het weiland op! Kennelijk heeft Rolf kennisgemaakt met het ijs op de sloot en ook de kwetsbaarheid ervan. Hopelijk heeft hij de schrik goed te pakken en komt hij niet meer op de sloot. Intelligent zijn ze toch, die varkentjes?

Kerstoutfit met kaplaarzen
Mijn vader en moeder komen met kerst op visite en ik ga nog snel even douchen. Vanuit de badkamer boven kan ik mooi op het varkensveldje uitkijken. Ik zie Bertje, maar waar is die ontdeugende Rolf? Ik ben er niet gerust op en loop in de charmante combi van mijn kerstoutfit en kaplaarzen het veldje op. Bertje loopt zenuwachtig heen en weer bij het slootje. Ik bereid me voor op het ergste en ren naar de sloot. Opeens zie ik Rolf aan de overkant van de sloot op het geploegde boerenland heen en weer rennen. Ik roep hem en hij loopt direct naar me toe: Taludje af, over het ijs (!) en taludje aan onze kant weer op. Alles in orde gelukkig. Ik doe ze gauw in de stal achter het schot. OK, die gaan niet meer naar buiten tót we schrikdraad hebben geplaatst.

Mam ziet spoken?
En op dat moment komen paps en mams het erf op rijden. Mam zegt: "Joh, zag ik nou een varken aan de verkeerde kant van de sloot lopen? Pap zegt: "Je ziet spoken!" Nou.... nee... je zag het goed mam, Rolf heeft het ijs ontdekt.


Schrikdraadles
Direct na kerst rijd ik naar een ouderwetse, maar zeer degelijke zaak voor dier- en tuinbenodigdheden in de regio. Daar krijg ik duidelijke instructies over de benodigdheden voor schrikdraad. JW heeft bij het bouwen van de schuur en stal al rekening gehouden met een aansluiting en schakelaar voor een schrikklok. We installeren de boel en een paar uurtjes later zijn we zover dat we ook de varkentjes schrikdraadles kunnen geven. Eerst heb ik zelf mijn vinger tegen het lint gehouden om te voelen wat ik mijn beestjes ga aandoen. Het is een irritante, maar niet té erge schok. Natuurlijk gaat Rolf het eerst proberen of dat groene lint lekker ruikt; hij duwt zijn natte neus er tegenaan. Gillen! Bertje gilt mee, maar weet (nog) niet waarom. Dat komt later. 3 of 4 schok-ervaringen later staan de mannen weer ouderwets te wroeten en te grazen. Ze blijven keurig een halve meter van het lint af. Toch slimme beesten!

Naar buiten!

Rolf en Bertje zijn nog klein en we hebben ons laten vertellen dat biggen de eerste maanden nog niet zo goed aanvoelen wanneer ze te koud worden. Als ze dan bij koud en nat weer te lang buiten zijn, kunnen ze zomaar longontsteking oplopen. Dat willen we natuurlijk niet. We houden ze daarom de eerste tijd meestal binnen. Van het voorjaar mag de staldeur blijvend open. Dan kunnen ze zelf in en uitlopen wanneer ze willen.

Klei
Tot die tijd bepalen wij wanneer ze naar buiten mogen. Op een zonnige dag laten we ze voor het eerst buiten. Ze vinden het heerlijk! Wat zijn het toch een nieuwsgierige beestjes.

Ze beginnen als jonge hondjes keihard te rennen en zelfs een beetje te springen. Bertje is verlegen. Hij doet stoer mee, maar blijft dicht in de buurt van zijn grote stiefbroer Rolf. Ze beginnen meteen te wroeten. Het schijnt dat ze de klei nodig hebben om mineralen uit op te nemen. We hadden al gemerkt dat ze erg gek waren op de onderkant van JW's klompen.







Op schoot
De eerste weken maken we er een gewoonte van om 's avonds nog even bij ze in het stro te gaan zitten. Dat vinden ze erg gezellig. Ze klimmen bij je op schoot en snuffelen met hun handige neusjes het liefst tot onder het laatste laagje kleding. Dat kietelt! En als je dan zit met je benen gestrekt naar voren, kunnen ze meteen de kleiresten van je schoenzolen likken. Jammie! Dan worden ze wat rustiger en zoeken ze de warmte van je benen op (het is onder nul buiten) en maken geinige snikkende geluidjes. Ik begin een beetje te onderscheiden welk geluidje hoort bij welke gemoedstoestand. Ze worden graag onder hun kin gekrabbeld en net achter hun voorpootjes op hun buik. Als je geduld hebt, laten ze zich tijdens het kriebelen opeens op hun zijtje vallen. Zo grappig! Dan gaan de oogjes bijna dicht en is het genieten geblazen.

Schuren
Mollige varkentjes kunnen zich niet goed krabben met hun eigen pootjes of snuit. Daar zijn ze te rond voor. Maar daar hebben ze iets op gevonden: Schuren. Ze zoeken een scherpe hoek op, bijvoorbeeld een poot van de ruif, of de hoek van het schot en manoeuvreren hun billen, zijkant, buik, rug, of waar de jeuk dan ook zit, feilloos langs het scherpe randje. Koddig joh!

 
Ze schamen zich helemaal nergens voor. Soms zijn wij zelf het object waar tegen moet worden geschuurd. Dan voel je je wel een beetje gebruikt... :-) In het begin vind ik dat ze erg veel schuren en ik zie ook veel huidschilfers op Bertje's rug. Zouden ze een mijtje hebben opgelopen? We doen af en toe een scheutje olie door het eten en dat lijkt goed te helpen. Ze schuren nu minder. Het schuren is een vast onderdeel van de "persoonlijke hygiëne" van een varken, dus zo zal het wel goed zijn.

Optillen is gillen!
Maar goed, naar buiten dus. De eerste paar keren tillen we de jongens over het schot in de stal, maar dat is gillen geblazen! We hebben gehoord dat varkens niet zo goed kunnen zien en dat ze het optillen ervaren als boven een groot zwart gat hangen. Klinkt inderdaad een beetje eng. We hebben daarom maar snel een schuifje gemaakt in het schot, zodat ze zelf door het schot naar buiten en naar binnen kunnen. Daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt.

In de sneeuw
Het blijft koud en het gaat zelfs flink sneeuwen! Ook daar laten we de mannen kennis mee maken. Niet te lang hoor. Bertje is nog zo klein dat hij bijna tot zijn oren door de sneeuw gaat. Hij kiest heel slim het paadje dat Rolf al heeft gelopen. Dan wordt zijn buikje niet zo koud.
En wroeten in de sneeuw is ook leuk!


Ahhh, mag ik nog even naar buiten???

De eerste weken

We hebben de stal keurig ingericht. De vloer geschilderd, een waterbak op een drinkwaterleiding, een ruifje voor de gezelligheid. Het ziet er zo netjes uit dat de buren hun schoenen uit willen doen om de stal in te lopen...

We hebben een schot gemaakt van zo'n 60 cm hoog, zodat je de stal in kan lopen zonder dat je meteen tussen de varkens staat. Zo zitten ze ook lekker beschut als de staldeur openstaat. Op het schilderij aan de muur staat onze hond Kobus, die in 2004 is overleden.


Gestolen???
De balen stro liggen op zolder en kunnen door een luik in de zoldervloer zo naar beneden worden gegooid. Handig! We gaan het koude najaar in en we zorgen voor een dik pak stro. Rolf en Bertje zijn er heel bedreven in om zich helemaal onder te graven. Toen ik op de eerste ochtend vol verwachting met het varkensontbijt de stal in liep, dacht ik dat onze schatjes gestolen waren! Ze waren echt nergens te bekennen! Pas toen ik wat meer herrie maakte, zag ik opeens twee slaperige koppies met stro op hun neuzen naar boven komen. Huh... is er wat??!!

Broodkruimels
Later wilden we dat ritueel vaker meemaken en slopen we zonder een geluidje te maken van de achterdeur naar de stal. Rolf en Bertje zijn nu echter zo geprogrammeerd dat ze het kleinste geluidje herkennen als een aankondiging van eten. En daar zijn ze enorm op gericht! Ze eten de eerste weken brinta met warme melk en oud brood en tussendoor een beetje fruit. Ze zijn nog zo klein dat ze allebei met hun voorpootjes in de voerbak staan als ze eten. We krijgen regelmatig een grote zak oud brood en kruimels mee bij de bakkerijafdeling van de supermarkt. Eén keer was ik net te laat en liep een oude heer voor mij met twee grote zakken broodkruimels weg. Hij hoorde dat ik ook om broodkruimels vroeg en was zo vriendelijk om mij een van zijn twee zakken aan te bieden. Hij zei: "Ik heb maar een klein restaurant". Waarop ik kennelijk zeer verbaasd keek. "Ja", zei hij, "een vogeltjesrestaurant!". Aha!

Onze varkens hebben drie hobbies: eten, eten en ... eten

We hebben een zak "zeugenblok" (een soort biks) en een zak Alfamix Swien gekocht. Die hebben we gemengd, want sommige kenners zeggen dat Alfamix Swien voor biggen nog niet voedzaam genoeg is. Het is een prachtig mengsel met gedroogde zaden, vruchtjes, maïs etc. Dat eten ze droog of met warm water. Verder houden ze ontzettend van druifjes, tomaat, appel, mandarijn, etc. De eerste weken komen alle vrienden en familieleden onze familieuitbreiding bewonderen. We geven de kinderen steeds wat fruit mee om snel vrienden te maken en dat lukt uitstekend! Als de snoeperij op is, gaan de varkentjes meteen spelen: Schoenveters lostrekken is favoriet. 

Korte pootjes
Bertje heeft een heel kleine vader en als hij zijn vaders genen heeft, blijft Bertje ook erg klein. Met zijn korte pootjes en zijn lange lijf lijkt het wel een mollige tekkel. We hebben een beuntje gemaakt zodat ze bij de drinkwaterbak kunnen. Rolfje (zie hiernaast) heeft het meteen in de gaten: Met je neus tegen een rubber duwen en dan krijg je vers water. Bertje kan er zelfs met het beuntje nog niet bij. Hij hangt zichzelf bijna op met zijn dikke nekje over het randje van de waterbak en zijn voorpootjes bungelend in de lucht. Hij luistert goed wanneer Rolfje vers water tapt. Dat kan hij zelf nog niet, maar meedrinken wel!

Zindelijk?
In de boekjes lees je dat varkens ontzettend intelligent zijn en ook eenvoudig zindelijk gemaakt kunnen worden. Ze doen hun behoefte gewoonlijk op één plek, ver van hun slaaphoek. Inderdaad, ook onze speklapjes doen dat, alleen.... ze worden het met zijn tweeën niet eens over de beste poephoek. Wij hebben dus twee poephoeken ...  ook na verwoede pogingen van mij, Irene, om één van de twee hoeken te elimineren.

Emmertje water
Ik had de stal uitgemest en wilde met een sopje de overbodige poephoek afschrobben. Ik redeneerde: Als de lucht eraf is, dan breng ik de boosdoener misschien op andere gedachten. Ik haalde een grote, zware emmer water met een sopje en zette die in de stal. Rolf en Bertje draaiden gezellig om mijn benen heen, wat ze eigenlijk altijd doen. Rolf, duidelijk de nieuwsgierigste, had nog nooit kennis gemaakt met een emmer water en wilde daar verandering in brengen. Hij zette zijn voorpootjes op het randje van de emmer en trok - tot zijn grote schrik - zo'n 8 liter water over zich heen. De stal stond blank! Dat was de eerste en zeer waarschijnlijk de laatste keer dat ik een varkensstal met en dweil uitsopte. Schoon dat het was! De twee poephoeken zijn er vandaag de dag nog steeds...

De katten kijken de varkens uit de boom
En wat vinden de katten Flam en Finse ervan? Nou, ze vinden het helemaal niks! Ze bekijken de varkentjes van een afstandje en willen niet mee de stal in.

Het lijkt ons zo lekker warm voor de katten, maar nee hoor, ze halen hun neus ervoor op. Misschien dat de beestjes later wat meer naar elkaar toe groeien.

Hoe zullen we ze noemen?

Op 23 oktober 2010 haalden we onze varkentjes op bij zorgboerderij De Mekkerbek in Baarle Nassau. Ruim twee maanden geleden alweer. Tijd om wat belevenissen met jullie te delen!

Ik, Irene, had al jaren in mijn hoofd dat ik ooit een paar varkentjes wilde. Ik heb er boeken over gelezen en alle internetinformatie erover opgezogen. Jan-Willem wilde ook heel graag beestjes (kippen, geiten), en we hebben er de ruimte voor in de vorm van een weilandje en een stal, maar varkens stonden eerst niet echt bovenaan zijn lijstje. Dat veranderde snel toen ik hem álle positieve kanten van varkens uitlegde. De nadelen kregen natuurlijk wat minder aandacht :-).

Een Kune Kune en een Mergpijpje
Toen we ongeveer wisten welke "merken" in aanmerking kwamen, en dat het twee gecastreerde beertjes (= borgjes) moesten worden, gingen we echt op zoek. Via Marktplaats stuitte ik op Zorgboerderij de Mekkerbek in Baarle Nassau, waar twee zeugen begin september 2010 een week uit elkaar twee batterijtjes aan biggetjes hadden gekregen.


Bijgevoed met de fles
Het waren er bij elkaar 23 geloof ik, en 11 of 12 biggen schijnt een beetje veel te zijn voor één zeug. De kinderen die op de zorgboerderij komen, mochten vanaf het begin meehelpen met het bijvoeren van de biggetjes. Dat gaf ons een goed gevoel: De biggetjes waren al gewend om veel contact met mensen te hebben.

Zo groot als een kat
Op 23 oktober 2010 reden we naar Baarle Nassau en we kozen daar een witte Kune Kune met zwarte vlekken en een Lakenvelder Göttinger-kruising-Engels minivarken (in de familie Van der Klugt ook wel "mergpijpje" genoemd). Rachel, de eigenaresse van de zorgboerderij gaf ons nog een paar goede tips en toen aanvaardden we de reis naar Wieringerwaard. JW had wel een vee-aanhangertje willen regelen, want varkens in zijn mooie auto, dat vond hij in eerste instantie niet zo'n goed idee. Maar deze twee kleine schatjes leken wel grote cavia's. De Kune Kune was zo groot als een kat, en de Göttinger de helft daarvan. Dat kon gemakkelijk achterin de auto, in een kleine hondenbench.

Neusje tegen neusje
Onderweg in de auto waren de biggetjes muisstil. Ze lagen neusje naast neusje (stopcontactje naast stopcontactje) lekker warm tegen elkaar aan.

Hoe zullen we ze noemen? Dolce en Gabbana? Viktor en Rolf? Dóóóóólce roept niet zo lekker en Gabbááááááána ook niet echt. Maar dat kleine mergpijpje is duidelijk geen Viktor. Het is een Bertje. Rolf en Bertje dus! Vanaf dat moment onafscheidelijke stiefbroertjes.